Ik had er al weken naar uitgekeken. De door mijzelf benoemde wandeling ‘Broek in Watergangetje’. Een zo op het oog prachtige wandeling boven de rook van onze hoofdstad in een oase van rust en schoonheid. Zaterdag was het eindelijk zo ver. Begonnen in Broek in Waterland alwaar ik – na mijn auto geparkeerd te hebben – eerst even door het oude deel van Broek wandelde. Nog nooit in mijn hele leven heb ik zo’n aaneenschakeling van prachtige oude huizen gezien. Tot het bord ‘varkensland’ mij bracht waar ik eigenlijk voor kwam.
Baggerend door varkensland toog ik via Watergang naar een kade alwaar zich een pontje bevond. Die kom je in deze waterrijke regio veel tegen. Met deze pont moest ik mee om mijn tocht te vervolgen. Zonder verplicht mondkapje – wat ik heel dom was vergeten – stapte ik als eerste de pont op. Gelukkig bleef ik de enige toen de pontwachter uit zijn hok kwam aangelopen. Gelukkig ook zonder mondkapje, dat scheelde. Nieuw probleem diende zich aan; de betaling van de overtocht. Welgeteld 80 cent voor een wandelaar. Pinpas in de kontzak, maar geen pin, groot geld in knip, maar geen wisselgeld, wat nu? ‘Heeft u echt niets kleins bij u’ vroeg de pontwachter vriendelijk. Alle zakken gingen binnenste buiten en dit tafereel gold ook voor de rugzak, maar nergens rolde iets van muntgeld uit. Beschaamd keek ik de pontwachter aan. ‘Komt u nog terug vandaag’ vroeg hij. ‘Nee’ zei ik, wetend dat ik een rondje liep van mijn auto naar mijn auto. Lachend trok de pontwachter de klep omhoog en voeren we in minder dan drie minuten naar de overkant. Bij aankomst ging de klep aan de overzijde omlaag en lachend wenste de pontwachter de zwartvaarder een goed vervolg van zijn wandeling.