Bloedtransfusie

18 april 2013 staat in mijn geheugen gegrift. Het was de dag van mijn bloedtransfusie gedurende mijn nierziekte. Aan het einde van die dag schreef ik onderstaand. vandaag exact 5 jaar geleden.

‘Gaat het wel goed met je’? Hoezo vraag ik enigszins geïrriteerd als mijn stagiaire de doodnormale vraag stelt. Naar haar zeggen lijkbleek, met de veters van mijn X-sies los. Dit omdat mijn voeten te dik zijn van het vocht, staar ik haar vermoeid aan. ,,Ik zou het ziekenhuis maar even bellen,” zegt ze.

Ze heeft gelijk want ik voel mij gewoon kut. Via de assistente gelijk Van Dam aan de lijn. ,,Dokter, het gaat niet goed.” ,,Kun je rijden” vraagt die.  ,,Ja dat gaat we lukken”, antwoord ik. ,,Kom maar naar Alkmaar, eerst bloed laten prikken en dan naar boven, dan neem ik je er wel even tussendoor.”

Nog geen uur later zit ik tegenover hem. ,,Gaat niet goed met je”, zegt hij terwijl hij mij aankijkt. Had mijn stagiaire toch gelijk, maar zeg ik niet.

,,Je bloed is ook slecht en je bent lijkbleek”. Tijd voor een bloedtransfusie zegt Van Dam. ,,Bloedtransfusie dat is toch iets voor zwangere vrouwen?” Van Dam lacht schamper en zegt, ,,nou nee hoor jij bent er ook aan toe”. Morgenochtend om 8 uur hier melden en dan de gehele dag opname voor de -transfusie. ,,Oké als ik er van opknap graag,” stamel ik lijkbleek en doodop.

Minder dan 40 uur later meldt ik mij vroeg en slecht voelend aan de balie. ‘Neemt u maar plaats’ zegt de vriendelijke receptioniste. Ik zit nog nauwelijks of er komt een zuster aanlopen en die noemt mijn naam. Doodmoe steek ik mijn hand op om aan te geven dat ik er ben.

‘U mag meelopen?’ Ik sta op en val bijna tegelijkertijd om. ,,Gaat ‘t,” vraagt de zuster. Ik houdt mij groot en zeg dat het wel gaat. ,,Loop maar snel mee,” en tegelijkertijd pakt ze mij bij mijn arm. Ze heeft allang gezien dat het niet gaat.

We schuifelen naar zaal en ik krijg mijn bed toegewezen voor de dag. Bloedafname, infuus prikken, het is allemaal gesneden kost voor de zusters op de afdeling maar voor mij volledig nieuw.

Een fraai uitziende zuster komt aan mijn bed met twee zakken bloed waarvan ik de werking nog niet kan vermoeden. Ze is niet geïnteresseerd in mijn naam of anderszins. ,,Geboortedatum en bloedgroep,” vraagt ze op norse toon. Ik antwoordt ,,10 januari 1965 en O-negatief.” Ze knikt instemmend en koppelt de eerste zak aan. Binnen een half uur voel ik mij al veel beter. Ik mompel binnensmonds iets over een wondermiddel. Zoiets als toverdrank van gargamel. Na twee zakken en een paar uur later loop ik monter en met een gezonde kleur op mijn wangen weer het ziekenhuis uit. Het kan verkeren…, het leek wel tovenarij.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s