30 januari 2021. Inmiddels ben ik dit jaar al 56 jaar oud geworden en het land nog altijd in lockdown. Intelligent of niet, ik weet het eigenlijk niet meer. Wat ik nog wel weet is dat ik voor negen uur vanavond binnen moet zijn want dan begint voor de achtste dag op rij de avondklok. Maar voordat het zo ver is heb ik het woeste plan opgevat vandaag een spectaculaire hike te gaan maken in en rond het natuurgebied Naardermeer. Mijn rug voelt nog wat stijf nadat ik vorige week van de trap gelazerd ben. Maar op de teller staan toch ruim 30 wandelkilometers, maar eerst nog ruim 80 kilometer vanuit Schagen naar het gedefinieerde startpunt in Weesp. Bij het opstaan voel ik de kou al door de brievenbus naar binnen komen, bij het uit de bus trekken van de zaterdagochtendkrant. Even snel doorbladeren – geen nieuws – maar ook dat is geen nieuws in deze coronatijd. Ik twijfel wat ik aan zal trekken. Ben geen jassenmens, maar met deze kou misschien wel verstandig er toch één aan te trekken. Na ampel overleg met mijzelf besloten vier lagen aan te trekken én mijn ski-jas toch maar mee te nemen. Bepakt en bezakt stap ik in de auto, op naar Weesp. Aangekomen aldaar heel, heel snel mijn ski-jas aan, brrr wat is het koud, en dan 30 kilometer voor de boeg. Op de radio had ik gehoord een temperatuur van 2 graden boven nul, maar met de stevige oostenwind voelt het veel kouder aan, en doet voel ik. Ik zet aan en zoals gewoonlijk ben ik na pakweg vijftig meter de weg al kwijt. Snel de route erbij pakken op mijn iPhone en de weg vervolgen. Al vrij snel na het verlaten van Fort Uitermeer loop ik de zompige landerijen in. M’n meindl’s krijgen al gelijk de volle laag. Regelmatig zak ik met de volledige schoen in de kletsnatte en spekgladde ondergrond.
Bij het naderen van het toegangsbord van het Naardermeer wijst de route mij de andere kant én het asfalt op. Even denk ik jammer, maar weet dan nog niet wat mij nog meer te wachten staat vandaag. Over het asfalt loop ik richting Muiden, onder het spoor door en over een heerlijke autovrije weg. Via en langs de Vecht valt het mij op dat de meeste bewoners auto’s rijden die ik niet kan betalen. Die woonboten waarin zij wonen zullen denk ik ook wel niet goedkoop zijn. Ik loop Muiden – een ietwat kakkineus dorp zo op het eerste oog – door tot aan het Muiderslot.
Vroeger, heel lang geleden ben ik daar weleens met mijn vader geweest met de boot. Dat weet ik nog. Muiden, mooi haventje met passagiersschepen die retourtjes Pampus aanbieden. Nu niet natuurlijk maar straks na corona hopelijk wel weer. Pampus daar gingen we vroeger vaak voor anker. Ook dat kan ik mij nog herinneren. Ik loop Muiden uit en hop door naar Muiderberg. Linksaf de glibberdijk op. Zo heet die niet, maar zo voelt die wel. Wind in en om mijn gezicht, het is geen pretje. Mijn eerste vlog van de dag valt volledig weg in de wind. Er is niets van te verstaan.
Stoempend richting de dijk die mij langs het IJmeer naar Muiderberg leidt. Ik glibber over de dijk naar Muiderberg, een wandeling van meer dan een uur. Ver voordat ik Muiderberg nader zie ik vanuit de verte een zo op het oog al een koninklijk voetbalveldje liggen. Het blijkt de prachtige thuishaven van de SC Muiderberg. Een voetbalclub zoals die gesitueerd moet zijn; de velden liggend aan de boorden van het IJmeer, een strak gemaaid maar hobbelig veld, bomen rondom het veld, een natuurlijke omheining én een kantine waar je altijd tot sluitingstijd wilt blijven zitten.
Na wat kiekjes gemaakt te hebben weer snel door, de kou is inmiddels mijn bondgenoot geworden, en ik voel mij alsmaar sterker. Ik schat zo in dat we zo ongeveer op de helft zijn. We lopen Muiderberg uit, en na wat stoplichten waarbij ik vooral vergezeld werd van veel auto’s krijg ik de indruk dat ik de A1 oploop. Dat zal toch niet? Snel even de route erbij en het blijkt dat we goed gaan. Best dichtbij scheren de lijnbus, de trein, en heel heel veel auto’s aan mij voorbij.
Ik zie het al – ik ga overal langs, op- en overheen. Ook dat is wandelen in Nederland, en dan specifiek in de randstad. Ik wandel over de A1 en zie de auto’s van beide kanten onder mij doorschieten, richting Amsterdam, Hilversum en veel verder. Binnen een paar minuten laat ik de A1 volledig achter mij, en loop de natuur weer in. Niet veel later brengt een prachtig bruggetje mij het Naardermeer in.
Ik verdwijn weer in de rust, ruimte en de schoonheid van een natuurgebied, en wat voor één. Meermaals verzucht ik tegen mijzelf, man, man wat is het hier prachtig, en dat zo middenin de randstad. Na een uur of vier wandelen – aan het Naardermeer – even rust genomen voor het eten van een broodje. Nog pakweg twee uur voor de boeg en het gaat als de brandweer. Van de kou is weinig meer te merken – een waterig zonnetje verwarmd het lichaam, en zelfs de koude limonade smaakt weldadig. Door naar Naarden, het is inmiddels ruim na de middag en dat is goed te zien aan de toegenomen drukte in het recreatiegebied, maar nergens is het vol te noemen. Rond drie uur in de middag ronden we Naarden en gaan we rechtsaf richting Weesp, althans dat denk ik. Ik loop behoorlijk verkeerd en tot twee keer toe moet ik zelfs mijn iPhone resetten omdat de gps volledig zijn signaal kwijt lijkt te zijn. Uiteindelijk doet die het weer en kunnen we op de juiste route door. Fijn stukje asfalt, wel lekker na zoveel onverhard, maar nog onwetend wat er nog gaat komen. Rechtsaf het bos in. Twee fietsen vastgezet aan een groot houten hek doen vermoeden dat ik in ieder geval niet de enige ben die hier rechtsaf is gegaan.
Nog geen honderd meter verder zak ik letterlijk tot mijn enkels in de bagger, ‘pfff heb ik dat’, vraag ik mij verbouwereerd af. Maar dan niet veel later een chapeau voor de boswachters van het Naardermeer. Over geniaal aangelegde loopplanken – van over een afstand die ik zo inschat op 1500 meter – loop ik als op een veertje door het bos. Het voelt alsof ik op lucht loop, het is heerlijk. Tegenkomend verkeer geef ik lachend voorrang, mijn dag kan niet meer stuk.
Totdat het einde van de planken naderen, en ik in de verte mensen waggelend zie zwoegen van links naar rechts. Hola wat gaan we nou – inmiddels kwart over drie nog meemaken? Mijn meindl’s zuigen zich bij elke stap vast in de modder, dit wordt nog wat denk ik. Na bijna zes uur ben ik best wel moe, al wil ik het niet toegeven, maar ik moet door. Ik zie voor mij een gezin met twee kinderen voor mij uitploegen. Constant balancerend om niet onderuit te gaan in deze brij van modder en prut. Ik krijg zelf de stap weer goed te pakken en verhoog mijn tempo, eenvoudigweg omdat ik naar mijn auto wil – ik ben er eigenlijk wel klaar mee. Ondanks dat de omgeving waar ik mij bevindt niks minder is dan een sprookjeslandschap. Aan het eind van dit pad moet ik linksaf. Ik zie links en rechts groene paden, maar helaas deze zijn afgesloten voor wandelaars vanwege de melding ‘kwetsbaar natuurgebied’. Dat is vreemd – mede omdat het pad rechtdoor niets meer of minder dan een volkomen omgeploegde grasdijk is, waar ik op het einde van op gelijke hoogte loop van het aanpalende slootwater. Mijn meindl’s zetten zich nog één schrap en zuigen zich nog een aantal keer vast in de modder. Linksaf dan volgt het laatste stukje zompige grasdijk.
Ik verzucht dat dit het beste stukje ondergrond van de dag is. Kun je nagaan wat de rest was vandaag. Rechtsaf lopen we het prachtige natuurgebied Naardermeer uit. Ik maak nog een foto van het ‘tot ziens’ bord. Ik kom hier zeker nog vaak terug, zo mooi is het.
Lekker uitlopend stiefel ik de laatste twee kilometer richting mijn auto. Eindelijk neem ik de tijd om mijn nieuwe Apple Watch even te bekijken. De hele dag voelde ik hem wel af en toe trillen, maar gaf er geen sjoege aan. ’t zal wel dacht ik. Blijkt dat die de gehele dag signalen uitzond om aan te geven dat ik aan een stevige work-out bezig was. Daar was ik inmiddels ook al een uurtje of zes achter toen ik mijn auto naderde. In ieder geval weer wat geleerd voor de volgende keer!