Ik schrok een beetje van zijn vraag. Tijdens de routinecontrole gisteren bij mijn internist stelde hij mij zomaar de vraag, ‘ben jij weleens trots? Ik hakkelde iets zijn kant op van ,,nou eigenlijk niet dokter, bij ons in de familie zijn we niet zo opgevoed dat we veel naar ons zelf kijken. Doe gewoon je best, probeer het goed te doen voor jezelf en voor je omgeving, maar trots nee, dat zijn we niet zo snel.” Hij antwoorde hierop gevat dat ik tijdens mijn vorige bezoek – in maart van dit jaar – kort na de dood van mijn moeder – vertelde dat mijn moeder het misschien ook wel goed vond zo. Mede omdat ik vertelde dat ze best wel ‘trots’ was zoals haar kinderen nu in het leven staan. Het deed mij zichtbaar veel dat hij zich mijn woorden van toen nog bijna letterlijk kon herinneren.
Nadat hij geïnteresseerd vroeg hoe ik de afgelopen maanden de dood van mijn moeder verwerkt had – en ik hierop antwoordde dat mij dat goed was afgegaan stelde hij dat het met mijn gezondheid héél erg goed ging, en dat ik daar best heel ‘trots’ op mocht zijn. Opnieuw verkrampte ik iets bij het horen van het woord trots. ,,Ja dokter ik voel mij goed, het gaat goed, ik voel mij fit, onderneem veel nieuwe dingen en dat geeft mij een goed gevoel, maar trots, neuh dat vindt ik wat ver gaan.”
,,Nou” zei die, ,,jij mag echt trots zijn op wat jij in die acht jaar – na het ontstaan van je nierziekte tot nu hebt gepresteerd.” Ik zag zelf niet of ik van zijn opmerking begon te blozen, maar een enigszins trots gevoel maakte zich toch wel meester van mij. Het is toch niet zomaar iets als de dokter die jou in 2012 doodziek heeft binnen zien komen, nu na acht jaar diezelfde toen doodzieke vent kipfit tegenover zich ziet zitten. Ik stond op bedankte de dokter voor zijn tijd en zei ‘en passant’ nog even trots dat ik direct doorging naar Egmond om weer even ruim 20 kilometer te gaan wandelen. Ik zag een glimlach op zijn gezicht tevoorschijn komen waarna hij afsloot met de woorden ,,hou vol man”!
Met een trots gevoel verliet ik het ziekenhuis en die glimlach – die dat gevoel voortbracht – is de rest van de avond niet meer van mijn gezicht gegaan. Ik hou vol dokter!